home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
- MSX Computer Magazine's MemMan Filecopier BK : Handleiding
-
- Geprogrammeerd door: Ries Vriend, juni/juli/augustus 1990
-
- Versie 1.04, bugfix door Ramon van der Winkel, BK werkt nu ook goed als
- er meer dan 4 MB geheugen in de computer aanwezig is, versie 1.02 kon
- daar niet mee overweg.
-
- Uitgegeven door: MSX Computer Magazine
- Postbus 61264
- 1005 HG Amsterdam
- Fax: 020-862719
-
-
- Hoofdstuk 1
- -----------
-
- Inleiding
-
- BK is een luxe filecopier c.q. bestandskopiëerprogramma, voor MSX2 compu·
- ters. Het is één van de eerste toepassingen die MCM's Memory Manager tot zijn
- recht laat komen. Al het geheugen dat MemMan beschikbaar stelt, wordt als
- buffergeheugen gebruikt. Interne en externe Memory Mappers, `oude' RAM cart·
- ridges en het Video RAM, het kan allemaal gebruikt worden.
-
-
- Opstarten
-
- Voordat BK gestart kan worden, dient MemMan geïnstalleerd te zijn. Hoe de
- installatieprocedure van dit geheugen beheerprogramma in zijn werk gaat, kan
- gelezen worden in de bijbehorende documentatie.
-
- BK wordt opgestart door achter de prompt van MSX-DOS (meestal A>) BK in
- te typen, gevolgd door een druk op de Return of Enter toets.
-
-
- Hoofdstuk 2
- -----------
-
- Schermindeling
-
- Het scherm wordt door BK als volgt ingedeeld.
-
- Het grootste gedeelte van het scherm wordt in beslag genomen door een
- groot vierkant dat onderverdeeld is in diverse regels en hokjes. Linksboven·
- aan is de `volumename' van de huidige disk af te lezen. Dit is de `naam' van
- de disk, net zoals ieder bestand een naam heeft. Iedere disk kan met het
- MSX-DOS2 besturingssysteem van zo'n naam worden voorzien, middels het comman·
- do VOL. Bij gebruik van het MSX-DOS1 systeem is het niet mogelijk een disk
- een volume te geven, de disk is dan `naamloos'.
-
- Onder de volumename, links in het midden, wordt de inhouds- oftewel de
- directorystruktuur van de disk getoond. Dit directoryoverzicht heet de
- directorytree.
-
- Het is niet toevallig dat `tree' het Engelse woord voor `boom' is. Zo'n
- directorytree vertoont namelijk veel overeenkomsten met een familiestamboom.
- Een omgekeerde boom dus, met de wortel - de `root' in goed Engels - bovenaan.
- Deze stamvader van alle overige directories heeft geen naam, maar wordt aan·
- gegeven met een enkele backslash - het \ teken -, die voor de duidelijkheid
- vooraf wordt gegaan door de driveletter. Voor wat betreft MSX-DOS1 is kous
- hiermee af, want dat systeem herkent alleen een root-directory.
-
- DOS2 gebruikers kunnen echter met de DOS-commando's MKDIR en MD nieuwe
- directories creëren, welke dan als afstammelingen van de root in de tree
- getoond worden. Deze `kinderen' van de rootdirectory worden subdirectories
- genoemd. Subdirectories kunnen op hun beurt ook weer `ouders' worden van een
- nieuwe generatie, zodat de boom zich steeds breder gaat vertakken. Door deze
- directory-struktuur wordt het rubriceren van bestanden veel eenvoudiger en
- overzichtelijker, op een - grote - harddisk is een goede directory-struktuur
- zelfs onontbeerlijk.
-
- Met de cursortoetsen wordt de cursorbalk door de directorytree gestuurd,
- zodoende kan een directory naar keuze geselecteerd worden.
- Rechts naast de volumename wordt het huidige directorypad getoond, dat
- via de tree is geselecteerd. Het directorypad toont alle subdirectories die
- vanaf de root worden doorlopen om bij de huidige - door de cursorbalk aange·
- wezen - directory te komen.
- Nog even voor de duidelijkheid: Indien MSX-DOS1 gebruikt wordt, zal de
- huidige directory altijd de rootdirectory zijn. Op dat systeem is de hele
- directorytree in feite overbodig.
-
-
- Informatieblok
-
- Naast de directorytree bevindt zich een informatieblok. Dit blok bevat de
- volgende informatie regels:
-
-
- Inforegel Betekenis
-
- Geheugen totaal: Totale hoeveelheid beschikbaar geheugen
- Geheugen vrij: Huidige hoeveelheid beschikbaar geheugen
-
- Diskruimte bezet: Diskruimte die in beslag genomen wordt door de
- ingeladen bestanden. Zie ook de onderstaande
- toelichting.
- Bestanden geladen: Aantal bestanden dat in het geheugen ingeladen is
- Bestanden bewaard: Aantal bestanden dat bewaard is
-
- Laden - Huidig bestand: Bestand dat op het huidige moment ingeladen wordt
- Bewaren - Huidig bestand: Bestand dat op het huidige moment bewaard wordt
-
- Aantal kopieën maken: Aantal kopieën dat gemaakt moet worden van de
- ingeladen bestanden.
- Aantal kopieën gemaakt: Aantal kopieën dat op het huidige moment reeds
- bewaard is.
-
- Achter de melding `Diskruimte bezet' wordt getoond hoeveel kilobytes
- diskruimte bezet zal worden wanneer de ingeladen bestanden bewaard worden.
- Aangezien de meeste floppydisks ingedeeld zijn in blokken - clusters genaamd
- - van één kilobyte, zal ieder bestand op zo'n floppy altijd een veelvoud
- daarvan in beslag nemen. Zo neemt een bestand van één byte evenveel disk·
- ruimte in als een bestand van 1000 bytes, want beide passen ze één cluster.
- BK houdt hier dus netjes rekening mee, zodat voorkomen kan worden dat de
- bestanden per ongeluk op een schijf met te weinig beschikbare ruimte bewaard
- worden. De clustergrootte kan aangepast worden, zie hiervoor de uitleg bij
- het [I]nstel [C]luster commando.
-
- De onderste regel van het grote vierkant toont algemene informatie, zoals
- foutmeldingen, extra uitleg over één of twee commando's of invoerregels,
- wanneer er iets vanaf het toetsenbord moet worden ingevoerd.
-
-
- Buttons
-
- Helemaal onderaan het scherm bevindt zich altijd een rijtje `buttons',
- een soort drukknoppen die via een druk op een toets bediend kunnen worden.
- Welke toets dat is, wordt door twee vierkante haakjes aangegeven. Via de
- buttons kunnen snel allerlei commando's gegeven worden en kunnen diverse
- zaken ingesteld worden. Door het hele programma heen wordt de ESCape-toets
- gebruikt om te ontsnappen, dat wil zeggen: terug keren naar voorgaand menu,
- of DOS.
-
-
- Hieronder volgt een omschrijving van de buttons en hun funkties.
-
-
- [ESC]ape Springt, vanuit het hoofdmenu, terug naar DOS. Indien er geen
- bestanden ingeladen zijn, zal direct naar DOS terug worden
- gesprongen. In het andere geval wordt er eerst om een bevestiging
- gevraagd.
- In alle andere menu's dan het hoofdmenu kan de ESCape gebruikt
- worden om het huidige menu te verlaten.
-
-
- [D]rive Verandert de huidige brondrive. Er verschijnt een invoerregel
- waarin alle aanwezige drives getoond worden. Met de links en
- rechts cursortoetsen kan hieruit een brondrive gekozen worden. Na
- een druk op de spatiebalk of return wordt de vrije diskruimte op
- gekozen drive ingelezen en op het scherm getoond. Indien MSX-DOS2
- aanwezig is, zullen de de subdirectories van de disk worden inge·
- lezen, en daarna in de directorytree worden getoond.
- Het is overigens ook mogelijk om een drive te selecteren door
- direct de overeenkomstige drive-letter op het toetsenbord aan te
- slaan.
-
-
- [W]is Nadat er om een bevesteging gevraagd is, worden de ingeladen bes·
- tanden uit het geheugen gewist.
-
-
- [I]nstel Nadat deze drukknop bediend is, wordt een tweede button-menu ge·
- toond. Hieruit kunnen de volgende keuzes gemaakt worden.
-
- [A]rchief
- Met deze funktie kan, alleen onder MSX-DOS2, ingesteld worden of
- BK al dan niet het archiefbit van een bestand moet wissen nadat
- het ingeladen is. DOS2 zal het archiefbit automatisch weer AAN
- zetten als er naar het bestand geschreven wordt. Ook als er een
- nieuw bestand gecreëerd wordt, wordt het archiefbit AAN gezet.
- Hierdoor is het mogelijk om met BK veiligheidskopieën (`backups')
- van disks te maken, waarbij alleen die bestanden gekopiëerd worden
- die ook echt veranderd zijn, sinds de laatste backup.
-
- [D]isk-test
- Met deze funktie wordt, alleen onder DOS1, ingesteld of BK tijdens
- het laden van bestanden een controle moet uitvoeren. Tijdens deze
- controle wordt gekeken of de juiste disk nog wel in de diskdrive
- zit.
- Als er tijdens het inladen van de bestanden disks verwisseld
- moeten worden - omdat het geheugen vol is en er bewaard moet wor·
- den -, dient de gebruiker er goed op te letten dat de bron- en
- bestemmingsdisks niet gemixt worden. Om het risko van het invoeren
- van een verkeerde disk te verkleinen, kan de disk-test controle
- AAN gezet worden. Deze controle is vooral nuttig voor gebruikers
- met slechts één diskdrive. Gebruikers met twee diskdrives hoeven
- de bron- en bestemmingsdisks namelijk niet om te wisselen.
- Normaal gesproken staat deze controle UIT, hetgeen een behoorlijke
- tijdwinst kan opleveren bij het inladen. Het normale gebrom van de
- diskkop - dat ontstaat wanneer er grote afstanden afgelegd worden
- - komt bijna niet meer voor. BK houdt namelijk de positie op de
- disk van ieder bestand bij. Hierdoor hoeft de diskkop, tussen het
- laden van twee verschillende bestanden in, niet steeds naar het
- begin van de disk - waar de directory sectors staan - verplaatst
- te worden. Wanneer er veel kleinere bestanden geladen worden, is
- de snelheidswinst goed merkbaar.
- MSX-Dos 2 voert zo'n controle automatisch en op een geavanceerde
- manier uit, waardoor het onder dat systeem vrijwel onmogelijk is
- om van een verkeerde disk te laden, of er op te bewaren. Voor een
- goede werking van deze nuttige faciliteit is het noodzakelijk dat
- de disks van een uniek `volume ID' - een pseudo willekeurig volg·
- nummer - zijn voorzien, zie hiervoor appendix 1, achter in deze
- handleiding. Dos2 buffert intern de directory sectors, zodat BK
- zelf daar geen voorziening voor nodig heeft. Het aantal buffers
- wordt door BK automatisch zo hoog mogelijk gezet, zodat de grootst
- mogelijke snelheid verkregen wordt. Als BK beëindigd wordt, wordt
- het originele aantal buffers weer hersteld.
-
-
- [V]ram Hier kan ingesteld worden of BK ook het Video-RAM geheugen mag
- gebruiken. Normaal gesproken mag dit altijd. Sommige ramdisk-pro·
- gramma's gebruiken echter ook het VRAM. Deze funktie dient ervoor,
- te voorkomen dat er geheugenconflicten optreden.
-
- [C]luster
- Bij deze instelling wordt getoond uit hoeveel sectoren een cluster
- op de bestemmingsdisk bestaat. Dit gegeven staat normaal gesproken
- op twee sectoren per cluster, de hoeveelheid die geldig is voor de
- 3 1/2 inch floppies die op de MSX gebruikelijk zijn. De Ramdisk
- van DOS2 gebruikt echter slechts één sector per cluster, en op een
- harddisk kan weer een andere - hogere - waarde gelden. De waarde
- achter de melding `Diskruimte bezet' geeft in deze gevallen niet
- meer exact aan, hoeveel kilobytes diskruimte bezet zal worden
- wanneer de ingeladen bestanden bewaard worden. Op zich niet erg,
- maar diegenen die het hinderlijk vinden kunnen het alhier corri·
- geren.
-
-
- [F]ormat Met het formateer commando kunnen disks geformateerd worden. Eerst
- dient de gewenste drive gekozen te worden, op dezelfde manier als
- bij het [D]rive commando. Vervolgens worden onderaan het scherm
- twee instel-buttons getoond, de funktie ervan wordt hieronder
- beschreven.
-
- [A]antal disks
- Met deze optie kan ingesteld worden hoeveel disks geformateerd
- moeten worden. Dit aantal kan variëren van één tot en met 255.
-
- [D]rives afwisselen
- Bij het formateren van meerdere disks, kan er afwisselend op twee
- drives geformateerd worden. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk
- om - terwijl er op de A: drive geformateerd wordt - de volgende
- schijf alvast in de B: drive te steken, en omgekeerd. Tussen welke
- drives dit afwisselen gebeurt, kan met deze optie worden inge·
- steld.
-
- In het informatieblok bevindt zich een overzicht van de mogelijke
- formateeropties, waaruit met de cijfertoetsen een keuze kan worden
- gemaakt. Nadat de keuze gemaakt is wordt het formateren gestart.
-
-
- [B]ewaar Bewaart de ingeladen bestanden. Zie de beschrijving in hoofdstuk
- 4.
-
-
- [Return]/[Tab]
- Toont een lijst van de bestanden in de huidige directory. Zie de
- beschrijving in het nu volgende hoofdstuk, hoofdstuk 3.
-
-
- Hoofdstuk 3
- -----------
-
- Bestandslijst
-
- Nadat de gewenste brondrive en -directory - via de [D]rive button en de
- cursortoetsen - geselecteerd zijn, kan middels een druk op TAB of Return een
- overzicht van alle bestanden uit de brondirectory opgeroepen worden.
-
- De bestandslijst toont alle relevante gegevens van ieder bestand. Achter·
- eenvolgens worden de volgende items getoond:
-
- Naam; grootte in bytes; aanmaakdatum en -tijd; attributen (alleen onder DOS2)
-
- De datum wordt normaal gesproken getoond in de Europese volgorde -
- dag/maand/jaar - en de tijd in 12 uren: voor- en namiddag. Indien DOS2 aanwe·
- zig is, zal de lay-out van deze gegevens echter uit de environment - een
- gereserveerd stukje systeemgegeheugen - gelezen worden. De environment-items
- kunnen door middel van het DOS2 SET-commando aangepast worden. Bijvoorbeeld:
-
- SET DATE=YY/MM/DD stelt de datumvolgorde in op jaar/maand/dag
- SET TIME=24 stelt de 24-uursklok in.
-
- Zie ook de meegeleverde documentie bij het MSX-DOS2 systeem, betreffende
- het SET commando.
-
- De vier bestandsattributen worden alleen onder het DOS2 systeem getoond.
- Deze attributen zijn aan/uit schakelaars. Indien ze UIT staan wordt een
- minteken (-) getoond, indien ze AAN staan wordt de eerste letter van het
- attribuut getoond. Het DOS2 systeem ondersteunt de volgende attributen:
-
- Attribuut Betekenis
- [R]ead only Het bestand kan alleen gelezen worden. Het is niet mogelijk het
- bestand te verwijderen of te veranderen.
- [H]idden Het bestand is `verborgen'. Het bestand wordt niet getoond door
- het DOS commando DIR. Voor BK heeft dit attribuut geen effect,
- ook `hidden' bestanden worden altijd in de bestandslijst getoond.
- [S]ystem Het bestand behoort bij het (dos) systeem. Dit attribuut wordt
- normaal gesproken niet gebruikt en staat altijd UIT.
- [A]rchive Het bestand is gewijzigd of toegevoegd na de laatste backup ses·
- sie. Zie ook de uitleg bij de [I]nstel [A]rchief funktie.
-
- Een voorbeeldoverzicht van de bestandsattributen zou er zo uit kunnen zien:
-
- -h-a Dit houdt in dat het bestand `verborgen' is, en dat het na de
- laatste veiligheidskopie van de disk is toegevoegd of gewijzigd.
-
- Met de cursortoetsen kan door de bestandslijst gelopen worden. Eén regel
- omhoog of omlaag gaan, kan via de betreffende cursortoets. Met de links- en
- rechtscursortoetsen kan met hele pagina's tegelijk omhoog en omlaag gebladerd
- worden. Met de HOME toets wordt de cursor naar het eerste bestand in de lijst
- verplaatst.
-
-
- Selecteren
-
- Door de gebruiker geselecteerde bestanden worden door middel van een
- vinkje - voor de bestandsnaam - gemarkeerd. Door middel van een druk op de
- spatiebalk kan het huidige bestand geselecteerd dan wel ge-deselecteerd wor·
- den. Er zijn echter ook exotischere selectiecommando's aanwezig, welke staan
- aangegeven in de buttons. Hieronder een overzicht:
-
-
- [R]eset Wist alle markeringen
-
-
- [D]atum Selecteert bestanden op datum en tijd. Eerst wordt de gewenste
- datum ingevoerd, in het formaat dag/maand/jaar. Vervolgens de
- tijd, in het formaat uren:minuten. Nadat de invoer van alle gege·
- vens bevestigd is door middel van een druk op de return-toets,
- wordt gevraagd welke selectie methode toegepast moet worden. Er
- zijn de volgende mogelijkheden:
-
- [V]roegere data
- Selecteert bestanden met een datum en tijd van vòòr de opgegeven
- datum en tijd.
-
- [G]elijke data
- Selecteert bestanden met een datum en tijd exact gelijk aan de
- opgegeven datum en tijd.
-
- [L]roegere data
- Selecteert bestanden met een datum en tijd later dan de opgegeven
- datum en tijd. Deze optie wordt in de informatieregel met een
- hoofdletter aangegeven. Dit houdt in dat deze optie standaard
- gekozen zal worden, wanneer er op return gedrukt wordt.
-
-
- [N]aam Met dit commando kunnen bestanden geselecteerd worden aan de hand
- van hun bestandsnaam. Een enkel bestand kan geselecteerd worden
- door de bestandsnaam in te typen. De zogenaamde wild-cards - * en
- ? - kunnen gebruikt worden om meerdere bestanden in één keer aan
- te duiden. Nadat de selectienaam is ingevoerd, kan worden opgege·
- ven of gelijke of juiste niet overeenstemmende bestanden geselec·
- teerd moeten worden. Door alleen return te typen, worden gelijke
- bestanden geselecteerd.
-
-
- [I]nverteer
- Wisselt alle markeringen in de bestandslijst om. Bestanden die
- eerst niet gemarkeerd waren worden dat wel, en omgekeerd. Dit
- commando kan bijzonder nuttig gebruikt worden. Een voorbeeld: Alle
- bestanden uit de lijst, waarvan de extensie NIET gelijk is aan
- .BAK of .COM, moeten gekopieerd worden. Via de [N]aam button wor·
- den dan eerst - door *.BAK in te voeren - de .BAK files gemar·
- keerd, en vervolgens de .COM bestanden op dezelfde manier. Een
- druk op [I]nverteer resulteert er daarna in, dat alle files die
- ONGELIJK aan *.BAK èn *.COM zijn, geselecteerd worden.
-
-
- [A]ttribuut
- Met deze button kan geselecteerd worden op de vier bestandsattri·
- buten van het DOS2 systeem. Bestanden kunnen aldus geselecteerd
- worden aan de hand van de Read only, Hidden, System en Archief
- attributen. Nadat één van deze attributen geselecteerd is, kan
- bepaald worden of het geselecteerde attribuut Aan of Uit moet
- staan. Een druk op return selecteert automatisch Aan.
-
-
- Inladen
-
- Nadat de gewenste bestanden geselecteerd zijn, kan het inlaadproces met
- een druk op Return of Tab gestart worden.
-
- Tijdens het laden verdwijnt de bestandslijst weer van het scherm, om
- plaats te maken voor het informatieblok. Hierin kan afgelezen worden hoe het
- inladen vordert. Het aantal ingeladen bestanden, het huidige bestand en de
- beschikbare geheugenruimte worden continu bijgehouden.
-
- Nadat de bestanden in het geheugen geladen zijn, staat het het scherm
- weer in dezelfde toestand als direct na het opstarten, alleen het beschikbare
- geheugen is natuurlijk minder. Eventueel kan er weer opnieuw een brondisk en
- -directory geselecteerd worden, en kunnen er daarvan nog meer bestanden inge·
- laden worden.
-
-
- Hoofdstuk 4
- -----------
-
- Bewaren
-
- Door vanuit het hoofdmenu het [B]ewaar commando te geven, kan een bestemmings
- drive geselecteerd worden. Met de cursortoetsen kan daarna de bestemmings
- directory gekozen worden. Alvorens het bewaren met Return of TAB gestart
- wordt, kunnen er via de volgende twee buttons instellingen worden gemaakt.
-
- [A]antal kopieën
- Met deze optie kan ingesteld worden op hoeveel disks de ingeladen
- bestanden bewaard moeten worden. Dit aantal kan variëren van één
- tot en met 255.
-
- [D]rives afwisselen
- Bij het bewaren op meerdere disks, kan er afwisselend op twee
- drives bewaard worden. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om -
- terwijl er op de A: drive bewaard wordt - de volgende schijf al·
- vast in de B: drive te steken, en omgekeerd. Tussen welke drives
- dit afwisselen gebeurt, kan met deze optie worden ingesteld.
-
- De hierboven beschreven instellingen werken alleen als alle bestanden in
- hun geheel in het geheugen geladen zijn. Als het geheugen tijdens het inladen
- vol raakt, kan er slechts op één disk worden `gedumpt'. In de praktijk blijkt
- namelijk dat de verschillende bron- en bestemmingsdisks onvermijdelijk door·
- elkaar gemixt worden wanneer er steeds tussen één brondisk en bijvoorbeeld
- tien bestemmingsdisks gewisseld wordt. Vooral onder DOS1 een groot risiko, de
- disks zouden dan behoorlijk overhoop kunnen raken. Maar aangezien er zelfs op
- de kaalste MSX2 machine al een behoorlijke hoeveelheid geheugen aanwezig is,
- zal deze beperking meestal niet voor problemen zorgen.
-
- Als tijdens het bewaren de bestemmingsdisk vol raakt, kan verder worden
- gegaan op een volgende disk. Op de nieuwe disk wordt weer opnieuw begonnen
- met het bestand, dat aangegeven staat in het informatieblok onder het kopje
- `Bewaren - Huidig bestand.'
-
- -=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
-
-
- Appendix 1: Het `volume ID'
-
- Het MSX-DOS 2.20 besturingssysteem biedt een aantal geavanceerde opties. Eén
- hele nuttige is de controle op het `volume ID' van disks. Het MS-DOS
- besturingssysteem kent deze voorziening ook, zij het pas sinds versie 4.0. De
- MSX loopt dus netjes in pas met de nieuwste PC-ontwikkelingen.
-
- Het volume ID is een zo willekeurig mogelijk getal, dat DOS tijdens het
- formateren ergens in sector 0 van iedere diskette plaatst. Dat getal is een
- soort handtekening, het bepaalt de IDentiteit van het volume; "Volume" is in
- dit geval dus een moeilijk woord voor diskette.
- Aangezien het gegenereerde getal ergens tussen de 0 en 268 miljoen ligt, kan
- veilig gesteld worden dat de gemiddelde MSX-gebruiker nooit twee schijfjes
- met hetzelfde Volume ID in zijn diskette bak heeft liggen.
-
- Iedere keer als een disk beschreven of gelezen wordt, wordt gekeken welk
- volume-ID de betreffende disk heeft. Blijkt bij het aanspreken van een
- bestand dat het volume-ID gewijzigd is, dan wordt de gebruiker netjes
- getracteerd op de foutmelding `Wrong disk', en wordt er gevraagd om de goede
- disk.
- Deze controle is vooral nuttig bij kopiëerakties op computers met slechts één
- diskdrive. Tijdens het vaak - bij BK minder vaak - noodzakelijke diskwisselen
- is de kans dan niet meer aanwezig dat de bron- en bestemmingsdisks foutief
- ingevoerd worden, en de diskettes een puinhoop worden.
-
- Diskettes die niet onder DOS2 geformateerd zijn, zijn helaas niet volume-ID
- voorzien. Om deze disks toch een zo'n volgnummer te geven, kan FIXDISK
- gebruikt worden. Dit programma staat op de MSX-DOS2 systeem disk.
- De werking is simpel: na de dos prompt FIXDISK /S intypen, de te behandelen
- disk invoeren, en tenslotte een willekeurige toetsaanslag om het proces te
- starten. Deze behandeling laat de bestanden op disk overigens ongemoeid,
- alleen sector 0 - de bootsector - wordt aangepast.
-
- Door deze behandeling wordt de schijf bovendien geschikt gemaakt om er het
- UNDEL commando op los te laten. Een bijzonder plezierig commando kunnen we u
- verzekeren, deze tegenhanger van DEL en KILL. Iedereen die wel eens, door wat
- ongelukkig gekronkel van de vingers een paar uur werk gewist heeft, kan
- erover meepraten.
-
- *** EINDE ***