home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ Chip 2007 January, February, March & April / Chip-Cover-CD-2007-02.iso / boot / i386 / loader / nl.hlp < prev    next >
Text File  |  2006-11-29  |  12KB  |  170 lines

  1. mainBootloader-helpWelcome to openSUSE 10.2
  2.  
  3. Gebruik dit menu om de gewenste functie te selecteren. Als u problemen ondervindt bij het navigeren door dit helpsysteem, druk dan op F1 om helpbeschrijving van het helpsysteem te openen. De hoofdfuncties van dit menu zijn:
  4.  
  5. harddiskVanhardeschijfopstarten: Deze selectie zal geen wijzigingen aan het systeem aanbrengen. Het start enkel een eerder ge├»nstalleerd besturingssysteem op.
  6.  
  7. linuxInstallatie Deze installatiemodus werkt op de meeste computers. Als uw systeem bevriest tijdens het opstarten of problemen ondervindt bij het detecteren van uw hardwarecomponenten, zoals schijfcontrollers of netwerkkaarten, probeer dan een van de volgende installatieopties.
  8.  
  9. noacpiInstallatie-ACPIuitgeschakeld: Veel van de computers die momenteel worden verkocht hebben een incomplete of verkeerde ACPI-implementatie. Deze selectie schakelt ACPI-ondersteuning in de kernel uit, maar laat veel prestatiefuncties, zoals DMA voor IDE-stations, geactiveerd.
  10.  
  11. nolapicInstallatie--LocalAPICuitgeschakeld: Als de normale installatie mislukt, dan kan dit worden veroorzaakt doordat uw hardware geen local APIC ondersteunt. Als dit het geval blijkt, gebruik dan deze optie om te installeren zonder ondersteuning voor APIC.
  12.  
  13. failsafeInstallatie-Veiligeinstellingen: Als u niet succesvol was met Installatie, dan kan deze selectie het probleem mogelijk oplossen.
  14.  
  15. rescueReddingssysteem: Deze bootimage start een klein Linux-systeem in uw RAM-geheugen. U kunt het gebruiken als uw systeem niet goed opstart. Na het starten van dit systeem dient u als root in te loggen.
  16.  
  17. firmwareFirmware-test: Voert een BIOS-test uit die ACPI en andere delen van uw BIOS valideert.
  18.  
  19. memtestGeheugentest:Geheugen testen kunt u voor meer gebruiken dan alleen het installeren van nieuwe geheugenmodules controleren. Het test een groot deel van uw computersysteem en kan hardwareproblemen ontdekken.
  20.  
  21. optOpstartopties: De opstartopties kunnen het gedrag van uw systeem compleet veranderen. Het zijn instellingen voor de kernel.
  22.  
  23. helpF1Help:dit is contextgevoelig. Het zal verschillende schermen tonen afhankelijk van het actieve element in het opstartscherm. Er is ook een beschrijving van dit helpsysteem beschikbaar.
  24.  
  25. keytableF2TaalStel de taal en toetsenbordindeling in om te gebruiken in de bootloader.
  26.  
  27. videomodeF3Videomodus: Hier kunt u tijdens de installatie kiezen uit verschillende schermresoluties. Als u problemen ondervindt met het grafische installatieprogramma, dan kan tekstmodus misschien beter voor u werken.
  28.  
  29. install_srcF4Installatiebron: Kies de installatiebron.
  30.  
  31. driverupdateF5Stuurprogramma-update: Voor zeer nieuwe computers kan een stuurprogramma-update nodig zijn om het systeem te installeren.helpHet helpsysteem gebruikenDe online-help van de bootloader is contextgevoelig. Het geeft u informatie over de geselecteerde menuoptie of, als opstartopties aan het bewerken bent, probeert informatie over de optie die zich onder de cursor bevindt op te zoeken.
  32.  
  33. Navigatietoetsen
  34.  
  35. Pijl omhoog: vorige koppeling accentueren
  36. Pijl omlaag: volgende koppeling accentueren
  37. Pijl links, Backspace: ga naar vorig onderwerp
  38. Pijl rechts, Enter, Spatie: volg de koppeling
  39. Page Up: ga een pagina omhoog
  40. Page Down: ga een pagina omlaag
  41. Home: ga naar paginabegin
  42. End: ga naar pagina-einde
  43. Esc: verlaat de helpfunctie
  44.  
  45. Terug naar mainStartpaginadriverupdateStuurprogramma-updateAls u een diskette of cd-rom met bijgewerkte stuurprogramma's nodig heeft, druk op F5. De bootloader zal u vragen om het medium te plaatsen nadat de Linux-kernel is geladen.
  46.  
  47. Een stuurprogramma-update is meestal een diskette met nieuwe versies van stuurprogramma's of bugreparaties die nodig zijn gedurende de installatie.
  48.  
  49. Terug naar mainStartpaginavideomodeVideomodus selecterenDruk op F3 om een lijst met videomodi voor uw grafische kaart te openen. De hoogste modus die uw monitor kan weergeven is voorgeselecteerd.
  50.  
  51. Het is mogelijk dat uw monitor niet automatisch kan worden gedetecteerd. In dat geval kun u hier de juiste modus selecteren.
  52.  
  53. Als u tijdens de installatie problemen ondervindt met de grafische kaart, dan kan tekstmodus een bruikbare omweg leveren.
  54.  
  55. Terug naar mainStartpaginakeytableTaal en toetsenbordindeling selecterenDruk op F2 om de taal en toetsenbordindeling van de bootloader te wijzigen.
  56.  
  57. Terug naar mainStartpaginainstall_srcInstallatiebronDruk op F4 om een installatiebron te kiezen.
  58.  
  59. Dit is hetzelfde als de opstartoptie o_installinstalleren.
  60.  
  61. Terug naar mainStartpaginalinuxInstallatieSelecteer Installatie om de standaardinstallatie te starten. De ingevoerde optopstartopties worden gebruikt tijdens het opstarten. Dit item activeert veel functies van algemeen beschikbare hardware.
  62.  
  63. Terug naar mainStartpaginaharddiskVan harde schijf opstartenSelecteer Ge├»nstalleerd systeem starten om een systeem dat op uw lokale harde schijf is ge├»nstalleerd te starten. Dit systeem moet goed zijn ge├»nstalleerd, omdat alleen de MBR op de eerste harde schijf wordt gestart. De stations-id van de eerste harde schijf wordt geleverd door de BIOS van de computer.
  64.  
  65. Gebruik dit als u vergeten bent de cd en dvd uit uw station te verwijderen en de computer vanaf de harde schijf wilt opstarten.
  66.  
  67. Terug naar mainStartpaginanoacpiInstallatie - ACPI uitgeschakeldHedendaagse hardware vereist gebruikelijk ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) voor het aansturen van de interrupt handling. ACPI vervangt het oude APM-systeem volledig.
  68.  
  69. Selecteer Installatie - ACPI uitgeschakeld als u problemen tegenkomt tijdens het opstarten van de kernel. Bekende problemen met computers die problemen met ACPI hebben zijn:
  70.  
  71. * kernel bevriest tijdens het starten
  72. * PCI-kaarten zijn niet goed gedetecteerd of ge├»nitialiseerd
  73.  
  74. U kunt ook de opstartoptie firmwareFirmware-test proberen en de testresultaten van de ACPI-validatie bekijken.
  75.  
  76. Terug naar mainStartpaginanolapicInstallatie -- Local APIC uitgeschakeldNormaliter zijn er geen problemen met APIC (Advanced Programmable Interrupt Controller). Maar als u toch problemen tegenkomt, dan kunt u deze opstartoptie proberen om zonder APIC-ondersteuning op te starten.
  77.  
  78. Verwar dit niet met noacpiACPI (Advanced Configuration and Power Interface
  79.  
  80. Terug naar mainStartpaginafailsafeInstallatie - Veilige instellingenSelecteer Installatie - Veilige instellingen als het systeem blijft hangen tijdens de installatie of willekeurige fouten geeft. Deze optie schakelt DMA voor IDE-stations uit, evenals alle energiebeheerfuncties. Zie ook de kernelopties voor o_apmapm, o_acpiacpi en o_ideide.
  81.  
  82. Terug naar mainStartpaginarescueReddingssysteemReddingssysteem is een klein RAM-disk gebaseerd systeem. U kunt er allerhande wijzigingen aan een ge├»nstalleerd systeem mee aanbrengen. Omdat alleen elementaire programma's beschikbaar zijn is het bedoeld voor experts.
  83.  
  84. Terug naar mainStartpaginafirmwareFirmware-testStart een BIOS-controleprogramma dat de ACPI-tabellen en vele andere delen van uw BIOS valideert. Testresultaten kunnen worden opgeslagen op een USB-stick of over een netwerk.
  85.  
  86. Terug naar mainStartpaginamemtestGeheugentestDe ingesloten Geheugentest levert goede mogelijkheden tot test de hardware van een systeem. Het hoofddoel is om kapot RAM-geheugen te ontdekken, maar het test ook vele andere onderdelen van het systeem.
  87. Er is geen garantie dat het geheugen goed is als er geen fouten zijn gevonden alhoewel de meeste fouten in het geheugen zullen worden gevonden.
  88.  
  89. Terug naar mainStartpaginaoptOpstartoptiesEr zijn twee soorten opstartopties beschikbaar. De eersten zijn opties die het installatieprogramma be├»nvloeden. De tweede zijn de kernelopties. Sommige meer algemene opties zijn:
  90.  
  91. a) installatieopties
  92.  
  93. o_installinstalleren - installatiebron selecteren
  94. networknetwerkopties - netwerkopties
  95. o_vncvnc-opties - opties voor installatie via VNC
  96.  
  97. b) kernelopties
  98.  
  99. o_splashopstartscherm - be├»nvloedt het gedrag van het opstartscherm
  100. o_apmapm - energiebeheer aan/uit
  101. o_acpiacpi -- advanced configuration and power interface
  102. o_ideide -- het IDE-subsysteem aansturen
  103.  
  104. Terug naar mainStartpaginao_installInstallatieopties: installerenStandaard worden de lokale cd-rom's doorzoekt voor de installatiebron. Voor een netwerkinstallatie selecteert u de optie installeren. Mogelijke installatieprotocollen zijn
  105. * FTP
  106. * NFS
  107. * HTTP
  108. De syntaxis die u moet gebruiken is hetzelfde als bij standaard URL-adressen. Bijvoorbeeld, als uw server gevonden is op 192.168.0.1 en u wilt een NFS-gebaseerde installatie doen vanuit de map /install op deze server, geef dan als volgt de bron op:
  109.  
  110. install=nfs://192.168.0.1/install
  111.  
  112. De netwerkkaart zal worden ingesteld met dhcp, of u kunt zelf de parameters opgeven zoals beschreven in networknetwerkopties.
  113.  
  114. Terug naar optOpstartoptieso_splashKernelopties: opstartschermHet opstartscherm is de afbeelding die tijdens de systeemstart wordt getoond. Deze wordt ook wel 'splash' genoemd.
  115.  
  116. splash=0
  117.  
  118. Het opstartscherm (splash) is uitgeschakeld. Dit is voor erg oude beeldschermen of als er zich een fout heeft voorgedaan.
  119.  
  120. splash=verbose
  121.  
  122. Activeert het opstartscherm (splash). Kernel- en opstartmeldingen worden nog wel getoond.
  123.  
  124. splash=silent
  125.  
  126. Activeert het opstartscherm (splash) zonder verdere meldingen. In plaats daarvan wordt een voortgangsbalk getoond.
  127.  
  128. Terug naar optOpstartoptiesnetworkInstallatieopties: netwerkoptiesHet is mogelijk om nu de netwerkinterface in te stellen. De hardware zal later door YaST2 worden gedetecteerd. De minimale set opties om uw netwerkkaart mee te configureren bestaat uit een host-IP en netwerkmasker. Bijvoorbeeld:
  129.  
  130. hostip=192.168.0.10 netmask=255.255.255.0
  131.  
  132. of in een kortere vorm:
  133.  
  134. hostip=192.168.0.10/24
  135.  
  136. Als u een o_installnetwerkinstallatie hebt gespecificeerd maar niet deze beide opties, dan zal het installatieprogramma proberen de netwerkinterface in te stellen met dhcp. Als u een standaardgateway nodig hebt, geef die dan op met de optie gateway. Bijvoorbeeld:
  137.  
  138. gateway=192.168.0.8
  139.  
  140.  
  141. Terug naar optOpstartoptieso_vncInstallatieopties: vncOm de VNC-installatie te activeren, geef de parameters vnc en vncpassword op.
  142.  
  143. vnc=1 vncpassword=voorbeeld
  144.  
  145. De VNC-server zal worden gestart en u kunt YaST-2 aansturen met een VNC-client op een externe computer.
  146.  
  147.  
  148. Terug naar optOpstartopties.o_apmKernelopties: apmAPM is een van de twee energiebeheerstrategie├½n die gebruikt wordt op de huidige computers. Het wordt voornamelijk gebruikt bij laptops voor functies zoals slaapstand naar schijf, maar het kan ook verantwoordelijk zijn voor het uitschakelen van de computer nadat u deze heeft afgesloten. APM is afhankelijk van een correct werkend BIOS. Als een BIOS niet correct werkt, dan kan APM slechts gedeeltelijk werken of zelfs het functioneren van de computer belemmeren. Daarom kunt u het met deze parameter uitschakelen.
  149.  
  150. apm=off - APM geheel uitschakelen
  151.  
  152. Sommige zeer nieuwe computers hebben meer voordeel bij de nieuwere o_acpiACPI.
  153.  
  154. Terug naar optOpstartoptieso_acpiKernelopties: acpiACPI (Advanced Configuration and Power Interface) is een standaard die interfaces voor energie- en configuratiebeheer tussen een besturingssysteem en de BIOS definieert. Standaard wordt acpiingeschakeld als een BIOS is gevonden die nieuwer is dan uit het jaar 2000. Er zijn diverse veelgebruikte parameters die het gedrag van ACPI bepalen:
  155.  
  156. pci=noacpi -- gebruik geen ACPI voor het routeren van PCI-interrupts
  157. acpi=oldboot -- alleen de delen van ACPI die relevant zijn voor het opstarten blijven geactiveerd
  158. acpi=off - schakel ACPI volledig uit
  159. acpi=force - schakel ACPI in, ook als uw BIOS van voor 2000 is
  160.  
  161. Vooral bij nieuwe computers, het vervangt het oude o_apmapm-systeem.
  162.  
  163. Terug naar optOpstartoptieso_ideKernelopties: ideIDE wordt, in tegenstelling tot SCSI, algemeen gebruikt op de meeste desktopcomputers. Om hardwareproblemen die bij IDE-systemen kunnen voorkomen te omzeilen gebruikt u de parameter:
  164.  
  165. ide=nodma -- DMA voor IDE-stations uitschakelen
  166.  
  167.  
  168. Terug naar optOpstartopties.bitsSoftwaretype selecterenU kunt kiezen uit de installatie van een 32-bits of 64-bits versie van openSUSE 10.2.
  169.  
  170. Terug naar mainStartpagina.