Verbinden

Op het tabblad Verbinden worden alle toepassingen weergegeven die wel of geen verbinding met het netwerk mogen maken.

Dubbelklik op een toepassing om de eigenschappen ervan weer te geven of selecteer de toepassing en klik op Details.

U kunt instellen of de toepassing verbinding mag maken met het netwerk of verbindingen van het netwerk naar uw computer mag accepteren. Het venster Eigenschappen van toepassing bevat de volgende informatie:

Toepassingsinformatie
Bestandsnaam
Het pad en de bestandsnaam van het uitvoerbare bestand. Controleer of het pad en de bestandsnaam naar de juiste toepassing verwijzen. U kunt een ander uitvoerbaar bestand selecteren met Bladeren.
Beschrijving
De interne beschrijving van het uitvoerbare bestand, meestal de naam van de toepassing. U kunt de beschrijving ook wijzigen.
Versiegegevens
De interne versiegegevens van het uitvoerbare bestand.

:

Actie bij onbekende verbindingspoging
Uitgaande (client) en inkomende verbindingen (server):
Weigeren
Weigert de verbinding tenzij aan de verificatievoorwaarden wordt voldaan of het IP-adres en poortnummer in de lijst Toegestaan worden vermeld.
Toestaan
Staat de verbinding toe tenzij het externe IP-adres of poortnummer voorkomt in de lijst Geweigerd.
Vragen
Telkens wanneer de toepassing verbinding met het netwerk maakt of naar inkomende verbindingen begint te luisteren, wordt u gevraagd wat u wilt doen, tenzij het externe adres of poortnummer in de lijst Geweigerd of Toegestaan staat.
IP-adressen en poortnummers worden in de lijsten Toegestaan en Geweigerd opgenomen op basis van de verificatie-instellingen.


F-Secure Corporation
www.F-Secure.com
Product Support