LDAP-adreslijstvoorzieningen inschakelen en uitschakelen


In Adreslijsttoegang kunt u de toegang in- en uitschakelen tot adreslijstvoorzieningen die werken met versies 2 en 3 van LDAP (Lightweight Directory Access Protocol). U hebt toegang tot beide LDAP-versies met één plugin van Adreslijsttoegang, genaamd LDAPv3. (De plugin voor LDAPv2 van Mac OS X versie 10.2 is niet vereist in Mac OS X versie 10.3.)

In Mac OS X Server versie 10.3 en hoger worden alleen LDAPv3-adreslijstvoorzieningen geboden voor andere computers, waaronder Mac OS X-computers. In Mac OS X Server versie 10.2 kunnen LDAPv3-adreslijstvoorzieningen worden geboden aan andere computers (en kunnen NetInfo-adreslijstvoorzieningen worden geboden). Ook op vele andere servers worden LDAPv3-adreslijstvoorzieningen geboden. LDAPv3 is een open standaard die in gemengde netwerken met Macintosh, UNIX- en Windows-systemen vaak wordt gebruikt. Ook worden op bepaalde servers adreslijstvoorzieningen geboden met de oudere versie, LDAPv2.

  1. Klik in Adreslijsttoegang op 'Voorzieningen'.
  2. Als het hangslotsymbool is vergrendeld, klikt u hierop en geeft u de naam en het wachtwoord van een beheerder op.
  3. Schakel het aankruisvak naast de optie 'LDAPv3' in en klik op de knop 'Pas toe'.