Configuraties voor toegang tot een LDAP-adreslijst dupliceren


In Adreslijsttoegang kunt u een configuratie dupliceren die bepaalt hoe Mac OS X toegang krijgt tot een bepaalde LDAPv3- of LDAPv2-adreslijst. Nadat u de LDAP-adreslijstconfiguratie hebt gedupliceerd, kunt u de instellingen wijzigen zodat de gedupliceerde configuratie niet langer identiek is aan de originele configuratie.

  1. Klik in Adreslijsttoegang op 'Voorzieningen'.
  2. Als het hangslotsymbool is vergrendeld, klikt u hierop en geeft u de naam en het wachtwoord van een beheerder op.
  3. Selecteer 'LDAPv3' in de lijst met voorzieningen en klik vervolgens op 'Configureer'.
  4. Klik op de knop met het driehoekje naast 'Toon opties' als de lijst met serverconfiguraties niet wordt weergegeven.
  5. Selecteer een serverconfiguratie in de lijst en klik vervolgens op 'Dupliceer'.
  6. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen van de gekopieerde configuratie.

    'Actief': met behulp van het aankruisvak in deze kolom stelt u in of toegang tot een LDAP-adreslijstserver wel of niet mogelijk is.

    'Configuratienaam': klik dubbel op de configuratienaam om deze te wijzingen.

    'Servernaam of IP-adres': klik dubbel op de servernaam of het IP-adres om de naam of het adres te wijzigen.

    'LDAP-koppeling': kies een sjabloon uit het venstermenu, geef de zoekbasis voor de LDAP-adreslijst op en klik op 'OK'.

    Als u een sjabloon hebt gekozen, moet u een achtervoegsel van de zoekbasis opgeven. Als u dit niet doet, kan de computer geen gegevens vinden in de LDAP-adreslijst. Doorgaans is het achtervoegsel afgeleid van de DNS-naam van de server. Een voorbeeld van een achtervoegsel van een zoekbasis is 'dc=voorbeeld, dc=com' voor een server met de DNS-naam 'server.voorbeeld.com'.

    Als u in plaats van een sjabloon de optie 'Van server' hebt gekozen, hoeft u geen zoekbasis op te geven. In dat geval wordt door Open Directory aangenomen dat de zoekbasis het hoogste niveau van de LDAP-adreslijst is.

    'SSL': met behulp van het aankruisvak in deze kolom schakelt u Secure Sockets Layer-verbindingen (SSL) in of uit.

Als u wilt dat de computer toegang heeft tot de LDAP-adreslijst die is vastgelegd in de zojuist gedupliceerde configuratie, voegt u de adreslijst toe aan een aangepaste zoekconfiguratie in het tabblad 'Identiteitscontrole' of het tabblad 'Adressen' in Adreslijsttoegang. Bovendien moet u in het tabblad 'Voorzieningen' de optie 'LDAPv3' inschakelen. In andere Help-onderwerpen worden hiervoor instructies gegeven.